Genesis 43:29

SVEn hij hief zijn ogen op, en zag Benjamin, zijn broeder, den zoon zijner moeder, en zeide: Is dit uw kleinste broeder, waarvan gij tot mij zeidet? Daarna zeide hij: Mijn zoon! God zij u genadig!
WLCוַיִּשָּׂ֣א עֵינָ֗יו וַיַּ֞רְא אֶת־בִּנְיָמִ֣ין אָחִיו֮ בֶּן־אִמֹּו֒ וַיֹּ֗אמֶר הֲזֶה֙ אֲחִיכֶ֣ם הַקָּטֹ֔ן אֲשֶׁ֥ר אֲמַרְתֶּ֖ם אֵלָ֑י וַיֹּאמַ֕ר אֱלֹהִ֥ים יָחְנְךָ֖ בְּנִֽי׃
Trans.wayyiśśā’ ‘ênāyw wayyarə’ ’eṯ-binəyāmîn ’āḥîw ben-’immwō wayyō’mer hăzeh ’ăḥîḵem haqqāṭōn ’ăšer ’ămarətem ’ēlāy wayyō’mar ’ĕlōhîm yāḥənəḵā bənî:

Algemeen

Zie ook: Moeder
Genesis 42:13

Aantekeningen

En hij hief zijn ogen op, en zag Benjamin, zijn broeder, den zoon zijner moeder, en zeide: Is dit uw kleinste broeder, waarvan gij tot mij zeidet? Daarna zeide hij: Mijn zoon! God zij u genadig!


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יִּשָּׂ֣א

En hij hief

עֵינָ֗יו

zijn ogen

וַ

-

יַּ֞רְא

en zag

אֶת־

-

בִּנְיָמִ֣ין

Benjamin

אָחִיו֮

zijn broeder

בֶּן־

den zoon

אִמּוֹ֒

zijner moeder

וַ

-

יֹּ֗אמֶר

en zeide

הֲ

-

זֶה֙

Is dit

אֲחִיכֶ֣ם

broeder

הַ

-

קָּטֹ֔ן

uw kleinste

אֲשֶׁ֥ר

waarvan

אֲמַרְתֶּ֖ם

mij zeidet

אֵלָ֑י

gij tot

וַ

-

יֹּאמַ֕ר

Daarna zeide hij

אֱלֹהִ֥ים

God

יָחְנְךָ֖

zij genadig

בְּנִֽי

Mijn zoon


En hij hief zijn ogen op, en zag Benjamin, zijn broeder, den zoon zijner moeder, en zeide: Is dit uw kleinste broeder, waarvan gij tot mij zeidet? Daarna zeide hij: Mijn zoon! God zij u genadig!

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!